Nieuwe pagina 1
Nieuwe pagina 1
Nieuwe pagina 1 advertentie Vliegend Museum Seppe Brussels Air Museum nederlandstransportmuseum.nl aerospacefacts.com tigerformation Stampe

Royal Air Force Museum Hendon DC-3
2016-06-07 /

Het Royal Air Force Museum in Groot-Brittannië heeft twee vestigingen, één in Hendon bij Londen en &eactue;én in Cosford in de buurt van Wolverhampton. Beide musea staan tjokvol vliegtuigen. Daarnaast is er nog een depot waar vliegtuigen worden opgeslagen die niet meer in de musea passen. Om jaloers op te worden.

In de collectie op Hendon bevindt zich een cockpit en een rompdeel van een Dakota Mk III met een deels Nederlandse geschiedenis.

Douglas C-47A-10-DK werd gebouwd door Douglas in Oklahoma City met constructienummer 12472. Op 4 februari 1944 werd het toestel overgedragen aan de Amerikaanse luchtmacht als 42-92648 om op 14 februari als KG437 Dakota Mk III naar de Royal Air Force te gaan. Op 23 februari 1944 kwam de KG437 in Engeland aan en werd ingedeeld bij No.233 Sqn.

In de nacht van 5 op 6 juni 1944 vloog 233 Sqn als onderdeel van 108 Dakota's 30 Horsa transportzwevers en 407 parachutisten naar Frankrijk en verzorgde daarna de nodige bevoorradingsvluchten.

In september 1944 kon het squadron opnieuw aan de slag boven Arnhem. Op 17 september 1933 vlogen 22 Dakota-Horsa combinaties met 308 soldaten en hun uitrusting naar landingszone 'S' ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht. Op 18 september werden nog eens 6 combinaties overgevlogen. Daarna volgden de nodige gevaarlijke bevoorradingsvluchten.

In maart 1945 was het weer raak toen het squadron tussen 22 en 31 maart deelnam aan Operatie Varsity, de oversteek van de Rijn bij Wesel.

Het was de bedoeling dat KG437 daarna naar Birma zou gaan, maar het toestel is en Groot-Brittannié gebleven en vloog allerlei transportmissies in Europa tot het op 15 januari 1946 als G-AGYX aan BOAC werd verkocht. BOAC bracht het later dat jaar onder bij het nieuw opgerichte BEA. In 1961 deed BEA G-AGYX van de hand en vloog het toestel een aantal jaren in Libi&eunl; en op 1 juli 1965 kocht Martin's Air Charter De DC-3.

PH-MAG was de derde DC-3 die Martinair aanschafte. Het zouden er uiteindelijk zes worden. Martin Schröder had in december 1957 een concessie gekregen voor het uitvoeren van rondvluchten en charters. Al snel kwam daar vrachtvervoer bij waarvoor vliegtuigen werden ingehuurd. In de loop der jaren werd de vloot van Martin's Air Charter gestaag uitgebreid maar vanaf 1968 werden de propellorvliegtuigen vervangen door straalvliegtuigen en dat betekende ook het einde van het gebruik van de DC-3.

De PH-MAG werd overgenomen door Moormanair. Moorman zat met een vliegtuigonderhoudsbedrijf op Schiphol Oost en richtte daarnaast in 1967 een luchtvaarttaxiebedrijf op. In eerste instantie werd gevlogen met een Piper Apache, maar de zaken gingen zo goed dat al snel gekeken werd naar uitbreiding met een wat groter toestel. Zodoende kwam in 1968 de PH-MAG bij Moormanair in dienst en in 1970 kwam daar een tweede DC-3 bij (PH-MOA). Helaas kon Moormanair het toch niet bolwerken en in 1973 viel het doek.

De PH-MAG werd door Scorpio Films gekocht. Scorpio Films was een bedrijf van Wim Verstappen en Pim de la Parma, onder andere bekend van de kaskraker Blue Movie uit 1971. In 1974 maakte Scorpio Films de film Dakota over een piloot (Kees Brusse) die er alles aan doet om zijn toestel te behouden en te kunnen vliegen. Hij raakt betrokken bij een smokkelaffaire en vlucht met zijn DC-3 van Suriname naar Ameland. Ongetwijfeld een juweeltje voor de luchtvaartliefhebber, maar in de bioscoop wist de film geen publiek te trekken.

In april 1974 werd de PH-MAG verkocht en ging verder als 5N-ATA van Nigeria Trade Wings Airways Ltd. Verschillende eigenaren en huurders later eindigt de Dakota in 1987 op Malta waar het zonder motoren en gedemonteerde buitenvleugels stond te vergaan. De linker buitenvleugel van de KG437 is later gebruikt voor de BBMF Dakota ZA947 die beschadigd raakte toen het in 1989 door zijn onderstel zakte.

De romp werd in 1991 verscheept naar Groot-Brittannië om als entourage te dienen bij een cocktailbar waarbij de cockpit van de romp werd afgezaagd en gerestaureerd. De romp werd overlangs doormidden gezaagd en diende als zijwanden van de cocktailbar. De romp is weer samengevoegd en romp en cockpit staan nu in het Royal Air Force Museum in Hendon.